Tijdens zijn studie moleculaire en medische biologie zag hij in 1973 dokter Moerman op tv. „Het was voor mij aanleiding om de artsenstudie te gaan volgen.”
Engelbert Valstar (57) houdt sinds 1991 als arts-bioloog praktijk in Den Haag en behandelt daar voornamelijk kankerpatiënten. Hij schrijft een scala voor aan plantaardige en andere middelen, vitaminen en mineralen en geeft voedingsadvies.
„Door systematisch zoeken in databases ontdekte ik dat er bij zowel dieren als mensen heel wat onderzoek is gedaan naar stoffen met preventieve en remmende effecten op de groei van kankercellen.” Valstar stelde een lijst samen van 1700 bruikbare studies, vaak vrij klein van opzet, die echter wel zijn verschenen in betrouwbare wetenschappelijke tijdschriften.
Als voorbeeld van een stof waarmee hij veel werkt, noemt de Haagse arts-bioloog het middel PSK, gemaakt van de paddenstoel Coriolus versicolor (Japans elfenbankje). „Dat geef ik aan patiënten die zijn geopereerd aan darmkanker. Een analyse van diverse studies laat zien dat de sterfte na vijf jaar zo’n 15 procent lager ligt dan bij niet-behandelde patiënten. Regulier wordt het niet gebruikt. In Japan is het echter al sinds 1989 een erkend geneesmiddel.”
Valstar werkt ook veel met melatonine bij tumoren in organen, Prostasol (mix van acht Chinese kruiden) bij prostaatkanker en het middel Astralagus (wilde hokjespeul) bij grootcellige longkanker.
„Ik zie geregeld verbeteringen, soms heel mooie resultaten, ook wel genezingen. Met Prostasol bereik ik bij ruim 25 procent van de patiënten met uitgezaaide prostaatkanker verbetering. Hoe lang die aanhoudt, is moeilijk te zeggen. Dan zou ik hier ook een controlegroep moeten hebben en die ontbreekt uiteraard.”
Valstar is lid van twee beroepsgroepen, waaronder de Artsen Vereniging voor Integrale Geneeskunde. Zelf richtte hij een wetenschappelijke kring op, het Nederlands Genootschap Orthomoleculaire Oncologie (NGOO). In 2003 publiceerde hij het boek ”Voedingsinterventie bij kanker” (uitg. Strengholt).
De arts-bioloog benadrukt dat hij de reguliere behandeling van kanker niet afwijst. „Die aanpak werkt, absoluut. Maar zet daar geen punt. Voeding en aanvullende middelen kunnen de resultaten ondersteunen.”
Valstar wijst patiënten op reguliere mogelijkheden die er nog voor hen zijn als ze niet de optimale therapie krijgen. „Ik zeg altijd: Kijk goed op internet en laat je deskundig informeren. Het loont de moeite. In medische centra waar ze bepaalde ingrepen veel doen, behalen ze, dankzij kennis en ervaring, doorgaans de beste resultaten.”
Bron: Reformatorisch Dagblad 2 april 2012